Myanmar
Door: Kim
Blijf op de hoogte en volg Mark & Kim
20 Juli 2014 | Myanmar, Mandalay
Efficient als we zijn, typen we weer 2 verslagen in een. Voor onze avonturen van Yogyakarta-Flores verwijs ik jullie graag door naar Razende Reporter Mark die dit stukje heeft geschreven.
Na een hele tijd in Indonesie kwamen we aan in Yangon, Myanmar/Birma. Eigenlijk waren er in de taxi naar het centrum al direct verschillen merkbaar: er liepen allemaal mensen met gelig spul op hun gezicht, er werd bijzonder veel op de grond gespuugd en die rare birmezen rijden rechts, terwijl het stuur ook rechts zit.
We hadden vrij snel een hotel gevonden en hebben eerst een beetje bijgeslapen om onze hele nacht in het vliegtuig en op het vliegveld een beetje te compenseren. Na een tijdje besloten we toch maar op pad te gaan. Geweldige timing, want we waren nog geen twintig seconden buiten en het begon te regenen. Gelukkig was er een vrouw die een winkel had die snel stoeltjes voor ons neerzette zodat wij daar konden schuilen. Na twintig minuutjes besloten we gewoon de regen maar te trotseren en hebben we wat gelddingen geregeld en gegeten. Ondertussen waren we zeiknat en hebben we het sightseeing maar even gelaten voor wat t was. We waren een beetje bang dat het elke dag zo zou regenen, het is tenslotte regenseizoen in Myanmar, maar gelukkig was het de volgende dag droog en konden we de stad verkennen. We hebben de hele dag rondgelopen langs oude gebouwen en over marktjes en we zijn naar de Schwedagon Pagoda geweest, een hele belangrijke soort tempel voor de Birmezen.
Toen we in Yangon een beetje aan het uitzoeken waren waar we heen wilden kwam Mark in de Lonely Planet een verhaaltje tegen over een tempel waar ze een van de grootste slangen ter wereld aanbidden. Ik werd er niet heel enthousiast van, maar Mark was natuurlijk niet meer te houden. De volgende dag zaten we dus in de trein naar Bago. Die treinrit is een beleving op zich die ik alleen maar kan omschrijven als een mix tussen paardrijden en in een achtbaan zitten. In Bago hebben we met 2 gidsen een dagje langs alle tempels gecrosst. We zijn ook langs het klooster geweest, waar de monniken net gingen lunchen. Ongeveer 600 monniken liepen in een rij heel stil naar de eetzaal terwijl verschillende mensen ze offers gaven, best apart om te zien. Hierna was het tijd voor nog wat tempels en natuurlijk ook voor de tempel van de grote slang. Die slang lag gewoon in een hoekje, geen kooi of iets, en de locals kwamen bij hem bidden en legden geld op hem neer. Het was echt een gigantisch beest, ik denk iets van 25/30 cm breed en 6 meter lang.
Mark had zn slang gezien, dus het was tijd om door te gaan. De volgende stop was de Golden Rock. Na een busrit van een paar uur kwamen we aan in Kinpun. We hebben even wat gegeten en zijn toen in een truck de berg op gegaan. Die truck ging als een gek en de weg naar boven was vrij stijl. In verhouding tot de rit was de Golden Rock zelf wat minder indrukwekkend. Het was gewoon een stuk rots dat ze goud hebben geschilderd, ook al zijn er natuurlijk allemaal verhalen die een heel ander ontstaan van de rots vertellen. Van t spectaculaire uitzicht dat je vanaf de berg zou hebben was ook niet heel veel te zien. Al met al leuk, maar vooral door de achtbaanrit in die truck naar boven.
Na de Golden Rock zijn we naar Kalaw gegaan. We hadden een nachtbus en waar in andere landen een nachtbus tot nu toe inhield dat je dus de hele nacht in de bus zat, werkt dat in Myanmar net anders. Ze vertellen je een hele redelijke tijd waarop je aankomt, meestal een uurtje of 5 ’s ochtends, maar de realiteit is dat je meestal zo rond een uur of 2 wakker word gemaakt en de bus al uit kan. Ook in Kalaw was dit zo, maar gelukkig stond er al iemand klaar om ons een kamertje in zijn guesthouse aan te smeren. De eerste dag in Kalaw hebben we een beetje niks gedaan, rondgelopen en lekker indiaas gegeten. De tweede dag zijn we samen met Alex, een jongen die we in het hotel hadden ontmoet, op de brommer naar een grot gegaan waarin ongeveer 9000 buddha’s staan. De rit er naartoe was heel mooi, een beetje bergachtig met heel veel akkers waarop boeren met karren en buffels aan het werk waren. Eenmaal aangekomen bij de grot moesten we een trap op met iets van een miljoen treden. Boven aangekomen was de grot best bijzonder, in alle hoekjes waren buddha’s te vinden en die grot was gigantisch. Hierna hebben we kennis gemaakt met de mensen waarmee we de volgende dag een trekking naar het Inle Lake zouden doen. Even wat biertjes gedronken en wat gegeten en toen veeeeeeer na Birmese bedtijd gaan slapen (uurtje of 11, het was echt een hele dolle boel).
De volgende dag gingen we op pad naar het Inle Lake. Ze hadden gezegd dat het zo’n zeven uur lopen per dag zou zijn en de hele groep ging er eigenlijk vanuit dat de pauzes daarin zaten en het allemaal wel mee zou vallen, omdat dat tot nu toe eigenlijk altijd op die manier is geweest. Helaas was het echt 7 uur per dag lopen, zo’n 23 km, en vaak nog heuveltje op en heuveltje af natuurlijk. De eerste dag was nog okee, maar de tweede dag was een beetje een dieptepunt. We begonnen ’s morgen direct met klimmen en na een tijdje was iedereen ervan overtuigd dat we toch wel zo’n 1.5/2 uur bezig moesten zijn. Helaas moest Mark ons uit die droom helpen: het was pas 45 minuten en het duurde nog 3.5 voor we gingen lunchen. Uit wanhoop zijn we toen met z’n allen maar oneindig veel potjes ‘Raad het dier’, ‘Raad de beroemdheid’ en ‘ABC..’ gaan spelen. De derde dag hoefden we gelukkig maar vijf uurtjes te lopen. Al met al was het echt een hele mooie tocht. De uitzichten waren geweldig en we zijn onderweg ook door een paar leuke dorpjes gekomen. Eigenlijk had ik vooral de tweede dag pijn aan mn voeten, de derde dag waren de zenuwen geloof ik gewoon al een beetje afgestorven ofzo, dus ik denk dat ik volgend jaar toch maar eens mee ga doen met de Nijmeegse Vierdaagse :). Op de derde dag hebben we nog een boottocht gemaakt over het Inle Lake, een leuk meer met allemaal huisjes er omheen en met veel bootjes waar de mannetjes op de een of andere manier hun roeispaan bedienen met hun voeten, weet niet hoe ik het anders moet omschrijven.
Na de boottocht werden we afgezet in Naung Shwe, een dorpje bij het Inle Lake waar we onze tassen heen hadden laten brengen en waar ons guesthouse was. Na een heerlijke douche lekker pizza gegeten en de Franse voetbalwedtrijd gekeken met Darryl, Alex en Charline, onze trekkingmatties. De volgende dag hebben we met zijn vijven fietsen gehuurd, omdat wij hadden gehoord dat er een hotspring met een zwembad erbij was. Na een uur de berg op te zijn gefietst bleek die er inderdaad te zijn, maar helaas kostte het tien dollar en moesten de mannen en vrouwen apart. Niet zo gezellig, dus we zijn maar weer terug naar het guesthouse gegaan. ’s Avonds met allerlei mensen wat gaan eten en drinken. Toen zij naar huis gingen hebben we ons aangesloten bij wat andere Nederlanders en hebben we nog wat gedronken in afwachting van de wedtrijd. In Myanmar begon die om half 3 ’s nachts en geloof me, dat is echt heel erg laat als je een beetje gewend bent geraakt aan de Birmese bedtijd van 9 uur. Uiteindelijk de hele wedstrijd gezien, onze winst er even ingewreven bij de enige jongen uit Costa Rica die de wedstrijd was komen kijken, en richting ons guesthouse gaan lopen terwijl het weer licht werd en de winkels alweer open gingen. De volgende dag hadden we allebei een stevige kater en moesten we ook nog eens om 12 uur ’s middags de kamer uit zijn. Vooral Mark had het erg zwaar, ook al ben ik er nog steeds van overtuigd dat dat meer te maken heeft met zijn gevoel voor drama dan met de paar extra slokjes bier die hij gehad zou hebben. We hebben de hele dag een beetje om het hotel gehangen en om een uur of 6 werden we opgepikt om richting Bagan te gaan.
In de bus richting Bagan voelde ik me ineens heel slecht, heel veel keelpijn, hoofdpijn en een soort van duizelig. Gelukkig was de bus leeg en kon ik lekker liggen op twee stoelen. We kwamen natuurlijk weer in het midden van de nacht aan, maar gelukkig stonden er een aantal taxichauffeurs te trappelen om ons naar een hotel te brengen. Nog even lekker de badkamer onder gekotst en toen gaan slapen :). De eerste dag in Bagan hebben we eigenlijk niks gedaan, omdat we ons allebei niet heel lekker voelden. Ontbijt, lunch en avondeten bij het restaurant naast ons hotel en tussendoor een beetje naar het zwembad. De volgende dag hebben we een ebike gehuurd, dat is een soort elektrische brommer. We hebben er allebei een gehuurd en ik vond het rondcrossen op dat ding echt geweldig, waardoor Mark me al snel ‘racechinees’ ging noemen. Bagan was verder ook echt geweldig. Het is een heel groot gebied waar duizenden bruin/rode stenen tempels zijn verspreid. Je kunt er dagen rondrijden en elke dag andere tempels en uitzichten bekijken en dat hebben we dan ook een paar dagen gedaan.
Na Bagan zijn we door gegaan naar Hsipaw. Vanaf hier hebben we weer een trekking gedaan naar een dorpje. We waren met zijn tweeen en een gids. We moesten een berg op, het was heel warm en benauwd en stiekem hadden we allebei geen zin om weer te lopen, dus het was best een zware tocht ook al duurde het maar 4.5 uur. Gelukkig was het dorpje het helemaal waard. Daar aangekomen vertelde de vrouw waarbij we in huis sliepen dat er feest was in het klooster en dat we daar heen konden. Toen we wilden vertrekken vroeg ze mij of ik misschien de traditionele kleren van haar dorp aan wilde. Dat vond ik natuurlijk wel leuk, dus voor ik het wist had ik een jurk aan, doeken om mijn benen, een jasje aan, doeken en bedels op mijn hoofd en thanaka (het gele spul dat iedereen op zijn gezicht smeert) op mijn wangen. Alle mensen daar vonden het natuurlijk best vreemd om een blank meisje in zo’n outfit te zien, dus ik ben weer lekker vaak op de foto geweest :). De volgende dag zijn we weer naar beneden gelopen en zijn we ’s middags direct in een bus richting Mandalay gestapt.
We kwamen iets na achten aan in Mandalay. Op zich geen vreemde tijd, maar in Mandalay was een avondklok ingesteld. We hadden hier al over gehoord toen we bij het Inle Lake waren. Ergens tussen het Inle Lake en Mandalay in waren opstanden geweest waarbij er heel veel mensen de straat op gingen en waarbij een aantal mensen zijn omgekomen. Op het moment dat we dit bij het Inle Lake hoorden maakte ik me eigenlijk vooral zorgen om onze ouders, omdat het misschien op het nieuws was geweest in Nederland en wij natuurlijk niks van ons hadden laten horen omdat we 3 dagen aan het lopen waren geweest. Gelukkig was het nieuws in Nederland niet aan de grote klok gehangen, dus hadden we niet een paar honderd gemiste oproepen van gestresste ouders. Het is toch ook wel bijzonder om te merken hoe de overheid het internet daar in de hand heeft, want als ik vanauit Myanmar Google rraadpleegde was er helemaal niks over te vinden, terwijl een snelle google vanuit Nederland direct een paar links opleverde. We besloten ons er bij het Inle Lake maar niet druk om te maken: er was weinig aan te doen en als het uit de hand zou lopen konden we altijd nog gaan stressen. Eenmaal aangekomen in Mandalay was eigenlijk de eerste keer dat we last hadden van de hele situatie, want om 9 uur moest het helemaal stil zijn op straat. We hadden dus zo’n 50 minuten om een hotel te vinden. Het eerste hotel zat vol, maar gelukkig had het tweede hotel wel plek. Het was ondertussen alleen al kwart voor 9, dus normaal avondeten konden we wel vergeten. We hebben maar wat chips en koekjes gekocht en zijn lekker op onze kamer gaan dineren. De volgende dag hebben we een beetje rondgelopen en zijn we op zoek gegaan naar souvenirtjes op de markt. Hieraan kun je merken dat het toch nog minder toeristisch is, want er waren daar weinig souvenirs te vinden. ’s Avonds heel luxe uit eten geweest, alleen was lang tafelen er natuurlijk niet bij. Om kwart over 8 krijg je je fruit en je rekening, want iedereen moet natuurlijk om 9 uur weer thuis zijn. De volgende dag zijn we ’s morgens vroeg naar de U Bein Bridge geweest, dat is de langste teakbrug in de wereld. We waren een beetje tempelmoe, dus de rest van de dag hebben we een beetje door Mandalay gecrosst en wat ‘souvenirwinkels’ bekeken. ’s Avonds zijn we weer terug gegaan naar de brug voor een mooie zonsondergang. Hierna even wat gegeten en toen in het hotel een biertje gedronken met..... Marit en Floortje! Die ken ik van scouting en het was toch best wel raar om na zo’n lange tijd weer eens bekende koppies te zien! Om half 11 vonden de hotelmedewerkers het toch echt tijd om te gaan slapen, dus werden we verbannen uit de lobby. De volgende ochtend nog even samen ontbeten en toen was het helaas alweer tijd voor Mark en mij om Myanmar te verlaten.
Al met al was Myanmar echt geweldig. Je merkt dat het toerisme daar nog een vrij nieuw fenomeen is (ook al passen ze zich snel aan, vooral bij bijvoorbeeld iets als het Inle Lake). De mensen zijn echt een stuk vriendelijker en ze vinden toeristen ook nog best interessant. Als je de weg vraagt aan iemand is de kans groot dat binnen no time de hele familie er bij staat om te kijken wat er aan de hand is. Gewoon het feit dat bijna alle vrouwen en kinderen met thanaka op hun gezicht rondlopen maakt het ook al bijzonder. Wat ik iets minder vond was dat heel veel mensen ook beetlenuts of iets dergelijks aten: een soort rood spul waar ze op kauwen. Hun hele mond word er rood van en ze lopen constant die rode smurrie uit te spugen. Verder heb ik ook het feit dat alle auto’s daar zijn gemaakt voor de ene kant van de weg, terwijl ze rijden aan de andere kant van de weg, maar zoveel mogelijk proberen te vergeten. Ze rijden er namelijk even debiel als in de andere landen waar de tot nu toe zijn geweest en halen ook op de meest onmogelijke punten in, terwijl ze daarbij natuurlijk veel minder zicht hebben.
Ondertussen zijn we ter afsluiting van onze reis vakantie aan het vieren op Koh Tao, een eiland in Thailand. We hebben een hutje gevonden dat van ellende uit elkaar valt, maar dat wel direct aan het witte strand staat. Als ik ’s morgens uit het raam kijk heb ik zin om direct naar buiten te rennen en van zon zee strand te gaan genieten, want het uitzicht is echt geweldig. We hebben hier tot nu toe weinig uitgevoerd, lekker op t strand gezeten, getennist, gelezen en heeeeeeel veel lekkere dingen gegeten. Na twee maanden Indonesie en 3.5 week Myanmar waar we als ontbijt alleen maar zoet brood met een ei kregen is het een verademing om weer yoghurt te kunnen bestellen. Verder hebben ze ook heel veel garnalen en lekkere dingen van de barbeque. Gister hebben we sushi gegeten en vanavond heeft mark een hele dikke steak op het oog. Met andere woorden: wij vermaken ons hier de komende week wel! Na Koh Tao gaan we nog een paar dagen shoppen in Bangkok en over 9 dagen zetten wij alweer voet op Nederlandse bodem.
Iedereen heel erg bedankt voor het lezen van onze avonturen. Hopelijk zien we jullie allemaal snel zodat we jullie nog even kunnen vervelen met de live versie van onze blogs;)
Dikke kus en TOT SNEL!:):)
-
20 Juli 2014 - 13:59
Jolanda Robert Mike:
Wij wensen jullie nog een tijd. Geniet nog even.we hebben genoten van jullie verhalen. -
20 Juli 2014 - 15:05
Tilly:
hallo lieve schatten
ik kan niet wachten om jullie verhalen te horen en ja jullie hebben de tijd van je leven en het is jullie gegunt hoor maar wordt nu echt tijd om richting amsterdam te komen lekker lof in de ham en draaitjes vlees bij mama te komen eten heb jullie super gemist maar geniet met een traan in me oog van jullie mooie verhalen hoop dat jullie nog super naar je zin hebben de laatste 9 fdagen en dan hup hup op naar amsterdam kusssssssssssss mama papa
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley